Einde CES seizoen

Gepubliceerd op 9 augustus 2022 om 20:41

Op 7 augustus sloten wij met ronde 12 het CES-project voor dit jaar af. De (best wel) zware inspanning zit er weer op! Voor ons ondertussen het derde jaar op rij dat wij hebben deelgenomen aan dit project van Vogeltrekstation en SOVON. Twaalf ochtenden vroeg je bed uit, voor dag en dauw, alles opzetten, vogels uithalen, verwerken, opruimen en invoeren van gegevens tot ver in de middag is soms best inspannend en bewerkelijk. Zeker naast een "gewone" baan. Maar wij doen dat met alle liefde! 

 

Dit jaar waren de totale aantallen opvallend lager als voorgaande jaren. Waar we in 2020 en 2021 nog respectievelijk 315 en 317 nieuwe vogels mochten ringen bleef het totaal dit jaar maar hangen op 200 nieuw geringde vogels. Dat is ruim 1/3 minder! In de terugvangsten zagen we dit niet zozeer terug met 174 terugvangsten in 2022, tegen 187 in 2021 en 190 in 2020. Met een totaal van slechts 22 soorten dit jaar kunnen we spreken van een (zeer) zuinig jaar.


Of het komt door lokale gebiedsomstandigheden of door een lage overleving of reproductie voorgaande jaren is met slechts drie jaar gegevens niet te vergelijken. SOVON zal met de landelijke trend en reproductie-index weer aantonen of het over heel Nederland goed of slecht gaat met soorten, onze bijdrage zijn daarin de gegevens die wij aanleveren. SOVON berichten eerder al dat 2021 een jaar was met relatief weinig jonge vogels. Zal 2022 de boeken ingaan als het een zeer slecht jaar voor reproductie? We zullen het zien!

 

Ondanks de slechts korte steekproef van drie jaar is het toch aardig om even te kijken wat we tot dusver weten van een aantal soorten op lokale schaal van ons onderzoeksgebied. We monitoren naast de ringvangsten namelijk ook de broedvogels via de BMP methode, dus die gegevens kunnen we ook mooi naast elkaar houden. In onderstaande grafieken zijn slechts alleen de nieuwe ringvangsten en niet de terugvangsten meegenomen. 

Uiteraard dienen de uitzonderlijke warme/droge weersomstandigheden dit jaar niet vergeten te worden, al was het startjaar 2020 ook relatief warm en droog. 2021 zou ondanks de vele uitschieters als gemiddeld kunnen worden genoemd. 

 

Winterkoning

De winterkoning is een vorstgevoelige soort en uit een eerder CES nieuwsbrief kwam al naar voren dat de Winterkoning een dip heeft gekend na de korte maar heftige winterperiode in februari 2021. Uit de BMP tellingen blijkt dat de soort na 24 territoria in 2020 de afgelopen twee jaar op 20 territoria blijft staan. een lichte afname lijkt het, maar geen groei in 2022. Ook als men kijkt naar de nieuwe vangsten valt op dat 2020 relatief goed was met 34 stuks, met een aantal jonge pieken in de reeks, terwijl 2021 juist relatief laat in het seizoen een opleving laat zien met in totaal 21 vangsten. 2022 laat een soortgelijk beeld zien met een eerder gelegen piek maar toch maar 18 vogels over het gehele seizoen waarbij de eerste rondes er nagenoeg geen enkel individu nieuw geringd is. Lokaal broedsucces zo verschillend per jaar?  

 

Roodborst 

De nieuwe vangsten van roodborst gaan van 28 in 2020, 35 in 2021 naar 21 dit jaar. Het lijkt dit jaar gehalveerd t.o.v. 2021 en dat terwijl er zes territoria in 2022 zijn vastgesteld ten opzichte van vijf in 2021 en vier in 2020. In 2021 hebben we in de eerste ronde een hoog aantal roodborsten gevangen, dit betroffen over het algemeen vogels met trekvet, welke nog op doorreis zijn richting hun broedgebieden. Ook zien we in de data later in het seizoen van 2021 wat hogere vangsten van juveniele vogels in ronde 8 t/m 11. Dit duidt erop dat lokaal het broedseizoen beter is geweest in 2021 dan in 2022 vermoedelijk het geval is. Dit jaar zien wel een piek(je) rond ronde 7-8, maar zijn de aantallen daarna lager.  

 

Merel 

Met negen, acht en vijf territoria vanaf 2020 tot 2022 is de soort aardig geslonken in het gebied. Wat ook in de ringvangsten opvalt met 29, 22 in 2020 en 2021 tot een magere 15 vangsten in 2022. De piek in 2022 lag laat in het seizoen, waarbij in eerdere jaren duidelijkere pieken met jonge vogels zijn geweest in het midden van de CES rondes. 

 

Zanglijster 

Zanglijster heeft in 2021 een ronde 2 gedaan met maar liefst 16 vogels! een absolute uitschieter wat duidt op doortrekkende vogels. Deze doortrekkers zijn geen lokale broedvogels en vertekenen het beeld in totale aantallen (resp. 19 in 2020, 35 in 2021 en 12 in 2022). Ondanks dat loopt het aantal territoria in het gebied van zes in 2020 naar vier in de laatste twee jaar. Waarbij in de vangsten de jonge lijken te komen vanaf ronde 6. In 2020 en 2021 meer per ronde in 2022 meer verspreidt over meerdere rondes heen. Zou het broedsucces dan toch lager zijn geweest dan voorgaande jaren en er meer lokale dispersie hebben plaatsgevonden? De toekomst zal dat uit moeten wijzen.   

 

Tuinfluiter 

Tuinfluiter lijkt de eerste twee jaren vrij stabiel met in beide jaren 22 exemplaren, maar lijkt in het laatste jaar bijna gehalveerd met slechts 12 exemplaren. Opvallend omdat het aantal territoria uit de BMP tellingen iets hoger ligt met zeven territoria in 2022 tegen vijf territoria in 2021 en lager dan 2020 met acht territoria. De eerste helft van CES in 2020 en 2021 leverde een hoop nieuwe tuinfluiters op. In 2022 blijft dit duidelijk achterwege, terwijl ze wel tijdens de BMP Tellingen worden waargenomen en er tijdens de ringvangsten pas in CES ronde 3 opduiken met 7 terugvangsten. Dat er in eerdere jaren weinig jongen zijn groot gekomen lijkt wel uit de grafiek te komen. In 2022 is in de laatste ronde een stevige piek te zien in aantallen. 
Tuinfluiter is tijdens zijn overwintering in tropisch Afrika en tijdens de trek onderhevig aan vele factoren die zijn overleving kunnen beïnvloeden. Periode van aankomst in broedgebieden, conditie bij aankomst kunnen allemaal van invloed zijn op het reproductiesucces. Het aantal territoria duidt erop dat de soort lokaal wel volop heeft gebroed maar niet in de netten is weten te komen. 

 

Zwartkop

De vangsten van Zwartkop lopen van 61, 48 naar 46 stuks in 2022. Een hoog aantal in 2020. Ook in territoria's komt dit naar voren 2020 17 territoria, 2021 15 territoria en 2020 14 territoria. In 2020 zien we vooral in ronde 7 en ronde 12 hoge aantallen vogels wat kan duiden op lokaal broedsucces (ronde 7) of dispersie van elders naar het gebied (ronde 12). Opvallend is dat in 2021 en 2022 in ronde 8 en 9 een jonge piek lijkt te liggen. Waarna het het lijkt stil te vallen met enkele tot geen enkel individu in ronde 10-11 de laatste twee jaar. Totaal over ronde 10 t/m 12 slechts 5 in 2021 en 6 in 2022 terwijl dat in 2020 er 16 waren. 

 

Tjiftjaf

Bij Tjiftjaf zien we een in territoria een lichte toename van acht territoria in 2020, negen in 2021 en 11 in 2022. In de grafiek zien we de jaren '20 en '21 wel met een piek rond ronde 7-8 veroorzaakt door juveniele vogels voor 2022 lijkt deze verspreider te liggen bij ronde 6-7 en rond ronde 10, maar geen hoge aantallen over het gehele seizoen heen. Hierin zal het lokale broedsucces zeker een rol spelen.

 

Samenvattend

Wat we nu uit de BMP gegevens en de ringvangsten via CES kunnen halen is dat over het algemeen het aantal territoria voor enkele soorten niet sterk wisselt, maar dat het lokale broedsucces in 2022 een minder rooskleurig beeld geeft lijkt het. Met een derde minder ringvangsten dit jaar t.o.v. vorige twee jaar lijkt het lagere broedsucces/ de reproductie voor meer soorten te gelden dan hier nu beschreven. De toekomstige jaren zullen moeten uitwijzen of dit een uitzonderlijk jaar is met zulke lage aantallen of dat we dit vaker gaan meemaken. 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.